“Ook hulpverlening beangstigend voor ouders”
In gezinnen vindt een hele snelle destabilisatie plaats wanneer een kind in handen valt van een loverboy. Mensen beseffen in die paar weken waarin het inpalmproces zich voltrekt, nauwelijks wat hen overkomen is. Daarbij komt dat gezinnen vaak ook geïsoleerd raken. Ouders schamen zich voor anderen, vragen zich af wat ze verkeerd hebben gedaan en voelen zich niet gehoord en serieus genomen.
“En de grootste angst van ouders lijken de hulpverleners te zijn”, zegt Theo Hendrickx, die schematherapeut is, jarenlang voor de politie werkte en in die hoedanigheid veelvuldig te maken kreeg met mensenhandel in de vorm van loverboy-problematiek. “Het is niet dat ouders er niet over willen praten, maar ze overzien niet wat de gevolgen zullen zijn. Wie komt er in mijn gezin? Gaan ze mij een slechte ouder vinden? Ga ik mijn kinderen nu kwijtraken? Dat is wat ouders zich afvragen”.
Theo Hendrickx legt zich tegenwoordig vanuit stichting Manna toe op de hulpverlening aan ouders van loverboy-slachtoffers.
Financieel geruïneerd
De gevolgen die het voor een gezin heeft wanneer een kind in handen van een loverboy valt, blijken deels onderbelicht. Dat hun kind waarschijnlijk in de prostitutie terecht komt, is voor ouders vreselijk om aan te zien, maar de gevolgen gaan verder. Ook financieel gaan gezinnen kapot aan het slachtofferschap van hun kind. Hendrickx: “Ouders blijven juridisch en financieel verantwoordelijk voor hun kind. Als er dan door een loverboy op naam van je kind tien telefoonabonnementen afgesloten worden, boetes binnenkomen en er advocaten betaald moeten gaan worden, dan zie je dat gezinnen financieel helemaal naar de knoppen gaan door de uitbuiting van hun kind. Schulden van tussen de 15.000 en 55.000 euro zijn in mijn ervaring geen uitzondering”.
Fases
Het slachtofferschap heeft Hendrickx ingedeeld in drie fases. De eerste fase strekt zich uit van de kennismaking van het kind met de loverboy tot het moment dat ze uit huis vertrekt. In de daarop volgende fase is er bijna geen contact meer tussen het thuisfront en het slachtoffer. In de laatste fase keert het kind weer terug in het gezin of kan weer behandeld worden in de hulpverlening. “Maar pas ervoor op om te denken dat deze fases zich altijd in deze volgorde voltrekken. Het risico ontstaat dan dat je ouders valse hoop gaat geven. In sommige gevallen komen kinderen immers niet terug naar huis. En soms vallen ze na thuiskomst weer terug en zijn ze ineens weer naar hun loverboy vertrokken”, aldus Hendrickx. Van de andere kant kan de hoofdfase, waarin het contact met de ouders verbroken wordt, ook overgeslagen worden. “Maar dat neemt niet weg dat de dingen die in de laatste fase moeten gebeuren, wel moeten gebeuren. Dan moet er dus ook hulpverlening voor het gezin zijn. In gezinnen zijn immers heel vaak stille trauma’s. Ouders zijn zó bezig om hun kind te redden. En pas als dat over is, dan komen de daardoor ontstane problemen in het gezin en de ouderrelatie aan het licht.
Mythes over loverboys
Een veelgehoorde opvatting is dat loverboys verliefdheid van een meisje nodig hebben om haar het circuit van prostitutie en drugscriminaliteit in te loodsen. Maar dat is volgens Hendrickx een mythe:”Loverboys hebben helemaal geen verliefdheid nodig om meiden mee te krijgen. Vaak is het ook dreigen. Als iemand aan je vraagt of je vanavond naar een bepaalde parkeerplaats komt, dan kom je niet. Maar als iemand dan dreigt je huis in brand te steken en er de ochtend daarna een fles met een lont erin naast je voordeur staat, dan ben je bang. En de volgende keer dat het je gevraagd wordt, dan ga je als je een meisje van zestien bent.” In een latere fase, wanneer een loverboy merkt dat een slachtoffer er klaar mee is en terug naar haar ouders wil, dan is dat een gevaarlijk moment, omdat loverboys dan vaak volledig inzetten op angst en dreigementen die ook kracht bijgezet worden.
Dat loverboys op zichzelf of in kleine, informele groepjes zouden opereren, blijkt een soortgelijke misvatting. “Vergis je niet. Loverboys staan niet op zichzelf. Ze zijn onderdeel van zware, criminele organisaties. Het zijn mensenhandelaren en niet zelden ook drugsdealers. En dat is dan een crimineel systeem dat zich binnendringt in je gezinssysteem. Dat heeft ook vérstrekkende gevolgen voor de manier waarop je deze gezinnen als hulpverlener moet bijstaan”, zo licht Hendrickx toe.
Veiligheid eerst
Veiligheid voor het gezin bieden moet dan ook prioriteit nummer één zijn voor elke hulpverlener die werkt met loverboy-slachtoffers en hun gezinnen. Het gaat voor deze criminelen om aanzienlijke financiële belangen wanneer een meisje eruit wil. Behalve de inkomsten die ze als gevolg van haar vertrek mislopen, wat al snel neerkomt op een ton per jaar, is het slachtoffer doordat ze jarenlang deel uitmaakte van de organisatie, informatiedrager. Er is voor de loverboy en diens criminele organisatie dan ook een groot belang om zeker te stellen dat het slachtoffer zwijgt over hetgeen ze gezien, gehoord en meegemaakt heeft.
Hendrickx: “Nadat een meisje eruit stapte en in de gesloten jeugdzorg terechtkwam, reed er bij haar gezin een auto langs met mannen die toeterden en gebaarden naar moeder dat ze iemand de keel gingen afsnijden. Je kunt je voorstellen dat mensen dat als zeer bedreigend ervaren. Toets dus altijd of ouders en kinderen zich veilig voelen. Zo niet, dan zijn er systemen waarvan je gebruik kunt maken om het gezin veilig te stellen”.
Relaties
Ouders pakken het slachtoffer van een loverboy vaak alle vrijheden af, maar dat blijkt een onverstandige strategie. “Geef ze gecontroleerde ruimte om te voorkomen dat slachtoffers gaan geloven wat de loverboy steeds tegen ze zegt. Namelijk dat ze rot-ouders hebben die niet van ze houden en dat alleen de dader wel van ze houdt. Want dan zijn ze zó weer terug bij hun pooier”, weet Hendrickx uit ervaring.
Behalve de relatie tussen de ouders en het slachtoffer, verdient ook de partnerrelatie van de ouders aandacht. Ouders gaan elkaar, met name nadat een kind is weggelopen, vaak verwijten maken. “Jij hebt haar met je grote bek en je harde grenzen weggejaagd” , “Nee, die softe aanpak van jou heeft gewerkt, zeker?!” Dat zijn verwijten die Theo Hendrickx tijdens het hulpverleningsproces vaak over tafel hoort gaan. Het helpt dan wanneer je ouders helpt om samen naar hun sterktes en zwaktes te kijken.
Aandacht voor broers en zusjes van loverboy-slachtoffers, die ieder hun eigen verhaal en hun eigen leven binnen het gezin hebben, blijkt eveneens van belang. Hendrickx: “Broers en zussen worden het vaak spuugzat dat alles jarenlang uitsluitend draait om het kind dat in het loverboycircuit terecht kwam. Daar moet je als hulpverlener iets mee”.
Voorbereiding en planning
“Als hulpverlener doe je er verder altijd goed aan om mensen voor te bereiden op de volgende fase. Dat is met name in de eerste fase hard, maar vraag ouders wel wat ze gaan doen wanneer hun kind wegloopt. Gebeurt het niet, dan is dat mooi meegenomen, maar de kans dat ze wegloopt is groot en dan zijn ouders daarop voorbereid. Ze hoeven dan niet in de paniek van het moment beslissingen te nemen, maar hebben van tevoren een plan gemaakt. Dat kan helpen”.
Ook het maken van een terugkom-plan is van belang. Wat gaan ouders doen als dochter- of zoonlief terugkomt uit het loverboy-circuit? “Het gevaar dat daarin schuilt is echter dat je valse hoop schept”, relativeert Hendrickx. “Je moet er dus altijd duidelijk over zijn dat het voorbereiding is voor het geval dat het slachtoffer terugkomt, maar dat dat op geen enkele manier vanzelfsprekend is. Bovendien moet je ouders na een eventuele terugkeer erop voorbereiden dat slachtoffers ook terug kunnen vallen en hen vragen wat ze dan gaan doen. Verwacht van een teruggekeerd loverboy-slachtoffer nooit dat zij weer ‘de oude’ wordt. Je mag al blij zijn als ze weer ‘een nieuwe’ wordt…”